Tante M. is mijn Meter. Laten we haar Marthe noemen. Mijn moeder ontmoet Tante Marthe in de jaren 70. Ze zijn collega’s en geven les bij Laerskool H.M. Swart in Bethal. Ze zijn twee van de drie Engelstalige leerkrachten in de kleine Engelstalige gedeelte van een Afrikaanse school in een Afrikaanse mijnbouw stadje. Bethal bevindt zich nu in de provincie Mpumalanga. Vòòr 1994, op de oude landkaart van Zuid Afrika, noemt dit de Transvaal. De NG Kerk Bethel Oos (Nederduitse Gereformeerde Kerk, Bethel Oost) benoemt het nog de ‘Ou Transvaal’ op hun website en ook in hun harten. De school directeur spreekt weinig Engels en mijn moeder spreekt weinig Afrikaans, dus als er een officiële aankondiging uit de luidsprekers klinkt, lopen Marthe of Jenny de klaslokaal binnen van ernaast om te vertalen.
Ik groei op met de gewoonlijke foto’s van mezelf als baby aan de ververstafel, in een doopkleedje, poep-schuifelend op een oud tapijt, in een oranje bloemetjeskleed met een oranje stoffen bloemetjeszonnehoedje samen met mijn oma en mijn moeder, die ook stoffen bloemetjeszonnehoeden dragen. Er zijn rode knobelachtige bergen in een grote kring achter ons. Mijn eertse vraag is altijd: Waar zijn we? Waar wonen we als dit foto genomen is? Hoe oud ben ik? Ik probeer mijn eigen route als kind te traceren. Het is tijd om de rode stippellijnen van mijn migraties op een kaart te tekenen. In veel van deze foto’s; als baby in een stoffen pamper, etenstijd in de kinderstoel, mijn eerste stappen in de tuin, is er een grote, stevig gebouwde dame met kort zwart haar, die een of andere combinatie van zwarte broek en witte rolkraag draagt. Dit is Tante Marthe, mijn Meter. Blijkbaar neemt ze me mee op zaterdagen om mijn ouders wat rust te gunnen. De oude Afrikaanse tantes van de keuken in de hostel waar ze woont verwennen me met pudding en koekjes. We hebben de ‘Just in case case’ mee, de eventualiteitenkoffer, voor als ik een ongelukje zou krijgen. De eventuatliteitenkoffer is legendarische in onze familie.
Mijn ouders verliezen tante Marthe uit het oog in de jaren 80. Toen had ik andere katten te geselen, zoals de puberteit, maar nu wil ik weten wie die vrouw is in al die oude foto’s. Ik wil weten wie de persoon is achter de verhalen. Wie is mijn mysterieuze Meter?
Het Post in Zuid Afrika is niet zo betrouwbaar en wij blijven verhuizen om de twee jaar, dus veel van mijn ouders hun vrienden met wie ze sporadische jaarlijkse contact hebben verdwijnen uit hun adresboek. Mijn ouders hebben ook weinig e-mail adressen van mensen van vroeger. Hoe moet ik beginnen zoeken?
Sociaal media, wat anders? Mijn ouders geven me een aantal namen van hun vrienden in Bethal. Ik begin daarmee online op te zoeken. Elsie en Hein en hun dochter Charlotte, die even oud als mij moet zijn. Ik vind Elsie snel via die bekende sociaal media site die we niet zullen benoemen maar waar iedereen beste maten met elkaar zijn. Ze post daar regelmatig positieve boodschappen en foto’s van golf spelende mensen. Ik stuur haar een vriendschapsverzoek en een bericht met uitleg over wie ik ben, dat ik binnenkort op bezoek kom en dat ik mijn Meter, Marthe, zoek. Ik ga verder met zoeken. Ik scroll door alle vrienden van Elsie en zoek haar dochters. Ik vergelijk gezichten met familie foto’s op de pagina van Elsie en Bingo!
Elsie’s dochter Charlotte heeft een nieuwe achternaam, maar ik herken haar gezicht van een oude foto van ons in de jaren 80 bij Bethal dam. In de foto maken we ons klaar voor een feestje. Charlotte draagt een zelf gemaakte paars en blauw deux-pièce’ke, Ik wat lijkt op een grote T-shirt met een witte riem. We zijn ongeveer 14 en kijken geschminkt naar de camera. Ze pronkt, ik ben precies een konijn in de koplampen. Nu is ze een getrouwde winkel eigenaar met twee zonen in Jo’burg. Ik stuur haar ook een vriendschapsverzoek en bericht. Ze reageert, haar moeder ook. ‘ja zeker, we kennen jullie nog, Hoe is het met de familie? Zo jammer dat we jullie niet meer konden bereiken,…’. Elsie en Hein wonen nog steeds in het huis die we veel bezoeken als kinderen in de jaren 70. We chatten online en via e-mail. Ik vertel over mijn zoektocht naar Tante Marthe. Ze kennen haar nog maar weten niet meer waar ze woont. Ze vertellen dat ze actief was in de Anglicaanse kerk in Bethal en denken dat ze terug verhuisd is naar Jo’burg. Ze hadden gehoord dat ze mogelijks priester geworden is. Een priester? Dat had ik niet zien aankomen.
Dit is de enige clue die ik heb. Mijn moeder vertelt dat de ouders van Marthe vroeger in Germiston in Jo’burg woonden. Ik duik in google en beland bij ‘My Anglican.org’ een website van de Anglicaanse kerk in Zuid Afrika met lijsten van alle kerken en priesters en hun e-mail adressen online. Kei handig! Ik scroll door alle kerken in de Johannesburg regio. Ik vind een kerk in Kathlehong, die ‘plaats van succes’ betekend en ook de tweede grootste informele sloppenwijk en ex-township is, na Soweto. De kerk heet St Francis of Assisi Anglican Church. Mijn moeder zei ooit dat ze dacht dat ze ongeveer 10 jaar ouder dan haar zou zijn en dus ongeveer 80 jaar! Zou ze nog leven? denk ik even. Ik vind twee namen voor priesters op pensioen. Allebei hebben hetzelfde en de juiste achternaam, een Marthe en een Mary. Hoe Bijbels, denk ik. Zou dit haar kunnen zijn? Heeft ze een zus die ook priester is?
Ik stuur een mail naar een van de medewerkers van de kerk, Georgina, met een paar van die oude foto’s: ‘Ze is die grote vrouw links en ik ben de peuter’. Het voelt even onwennig om oude familie foto’s te sturen naar een wild vreemde mens aan de andere kant van de wereld. Het is een gok, maar ik heb niets te verliezen. Het wordt waarschijnlijk niets.
Good detective skills Rona!
Beste Rona, jouw verhaal leest inderdaad als een echt detectiveverhaal maar dan real. Wow (zonne)hoed(je) af voor jou. De resultaten van dit speurwerk moeten je ongelooflijk veel deugd doen. Ik blijf met verwondering en bewondering jouw verdere speurtochten volgen. een warme groet, annemie
Great stuff Rona x